Luinjeberd
Luinjeberd is een streekdorp dat deel uitmaakt van de dorpenreeks – van west naar oost – Terband, Luinjeberd, Tjalleberd en Gersloot, die De Streek van het oude Aengwirden vormen. Ze zijn met het noordoostelijke gedeelte van Heerenveen in 1936 bij Schoterland gevoegd om de gemeente Heerenveen te vormen. Op de grietenijkaart in de atlas van Eekhoff uit het midden van de 19de eeuw blijkt bijna de hele omgeving voor de turfwinning vergraven te zijn en onder water te liggen. Helemaal in het noorden is de inpoldering en het in cultuur brengen van de landerijen weer begonnen.
De Tegenwoordige Staat van Friesland weet in 1788 te melden: ‘dit Dorpje […] heeft eene kerk met een spits torentje. Weleer werd hier het Recht onder den blooten hemel gehouden, gelyk zulks op meer andere plaatsen in Friesland geschiedde. In de Roomsche tyden had men hier een Vrouwen Klooster, Steenkerk genaamd, ’t welk een Uithof of lusthof was der Abten van Oudeklooster. Zuidwaards loopen de landen genoegzaam tot aan de Knype, werwaards men door verscheiden turfwyken vaaren kan; Noordwaards loopt van hier eene Schipvaart tot digt aan Oudeboorn.’
De kerk is omstreeks 1745 gesloopt en op het kerkhof is een klokkenstoel geplaatst die in 1921 is vervangen door een exemplaar van gewapend beton, zoals dat later in het buurdorp Gersloot ook gebeurde. Ten zuiden van deze begraafplaats heeft het klooster Steenkerk gestaan. De verveningen lieten een waterig onland achter waartussen De Steek als een rafelige kade resteerde.
Het in cultuur brengen van onland, het bouwen van gemalen en de aanleg van wegen brachten opnieuw structuur in De Streek. Er kwamen nieuwe boerderijen, zoals die op de nummers 245 en 251 die uit 1909 en 1908 dateren en voorhuizen met Jugendstil-ornament hebben. Het stichten van een coöperatieve melkfabriek in 1901 was een logisch en betekenisvol gevolg. Aan die fabriek werd in 1911 zelfs een elektrische centrale gekoppeld. De fabriek is gesloten maar er heeft zich een nieuw bedrijf gevestigd.